Nick Boersma, programmamanager bij Circulair Friesland, werkt al jaren actief aan het stimuleren van circulaire bouw en duurzame initiatieven. Daarin werkt hij samen met meer dan 180 Friese organisaties, waaronder bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. “Ons doel is om bedrijven, overheden en woningcorporaties na te laten denken over circulariteit en hen te helpen hun ideeën uit te werken,” vertelt Boersma. “Daarnaast speelt Circulair Friesland ook een rol in het lobbyen voor nieuwe wet- en regelgeving en zetten werken we samen met verschillende onderwijsinstellingen.”
Hoe kijk je naar circulariteit in de bouw?
“Vaak wordt bij circulariteit in de bouw vooral gedacht aan het hergebruik van materialen,” legt Boersma uit. “Wij beschouwen dat veel breder. Circulariteit gaat niet alleen over materialen, maar ook over het behoud en de toevoeging van waarde op allerlei verschillende gebieden. Denk bijvoorbeeld aan duurzame energie, watergebruik en biodiversiteit, maar vooral ook aan de menselijke kant – gezondheid en inclusiviteit. Gezond en gelukkig leven is er ook een belangrijk onderdeel van. Voor ons is circulair bouwen dus een heel holistisch begrip, veel meer dan alleen het hergebruiken van materialen.”
Wat is het belang van circulariteit in de bouw?
“De bouwsector heeft een enorme impact op het klimaat. Er is een enorm energieverbruik, watergebruik en ook een groot effect op de menselijke gezondheid. De bouw is nu een van de meest grondstof intensieve sectoren die we hebben, die ook nog eens veel CO2 uitstoot,” aldus Boersma. “Er is veel te winnen door deze sector te transformeren. Bovendien wil Friesland een voorbeeld zijn voor de circulaire economie en om dat waar te maken moeten we gewoon echt stappen zetten. Daarom moeten we anders gaan bouwen. Zo gaan we steeds meer kiezen voor andere, duurzamere materialen, zoeken we manieren om CO2 op te slaan in plaats van uit te stoten, werken we aan duurzame watersystemen, en verminderen we steeds meer het energieverbruik in de bouw. In sommige gevallen kunnen we zelfs al energieneutraal bouwen.”
Welke verschillen zie je ten opzichte van vijf jaar geleden?
“Vijf jaar geleden werd de bouw vooral geleid door tijd en geld. Het moest snel, en iedereen moest een woning hebben, ongeacht de materialen die werden gebruikt. Nu is er veel meer bewustwording en vraag naar circulaire oplossingen. We zien meer biobased materialen en een lager energiegebruik. Ook het omgaan met sloop is veranderd. Gesloopte gebouwen worden nu gezien als bronnen van waardevolle materialen in plaats van afval. Er wordt echt geoogst in plaats van een sloopkogel doorheen gehaald om het maar zo snel mogelijk tegen de vlakte te werken.” Ook is er volgens Boersma meer bewustwording gekomen over watergebruik. “Mensen beseffen steeds meer dat drinkwater over een paar jaar een serieus probleem kan worden, zelfs in Nederland. Door daar nu al stappen in te zetten kunnen we daar tijdig de oplossingen voor bedenken en implementeren.”
Waar denk je dat het de komende vijf jaar naartoe gaat?
“Er zijn nu veel zaadjes geplant,” vertelt Boersma. “Zo hebben we een aantal goede voorbeeldprojecten opgezet waar we vooral in de uitvraagfase veel in begeleiden. Over vijf jaar verwacht ik dat deze voorbeeldprojecten hebben geleid tot een nieuwe standaard van werken: waterbesparing als norm, het gebruik van biobased materialen in plaats van fossiele materialen, en gezondheid als een belangrijk thema in de gebouwde omgeving. Naar mate we daar meer over leren en beter mee leren werken verwacht ik dat deze kennis zich verder zal verspreiden en tot een grote verandering zal leiden.”
Hoe kijk je naar de nieuwe focus op de gebouwde omgeving als geheel?
“De samenhang tussen het gebouw en de omgeving wordt steeds belangrijker,” benadrukt Boersma. “Natuurinclusief bouwen, waarbij het gebouw opgaat in het landschap en de biodiversiteit bevordert, wordt steeds meer de norm. Dit vereist een integrale benadering: hoe breed maak je het trottoir? Hoe richt je het watersysteem in een wijk in? Hoe zorg je erbijvoorbeeld voor dat regenwater niet in het riool terechtkomt maar wordt gebruikt om tuinen te bewateren? Die vragen zijn belangrijk om te stellen. Het wordt steeds natter, heter en droger. Dat klinkt tegenstrijdig, maar we hebben langere periodes van droogte en grotere pieken in regenval, wat vraagt om een adaptieve gebouwde omgeving. We moeten echt als een systeem gaan kijken en nadenken over de impact van elk element.”
Welke trends zie je vaak terug bij circulair bouwen?
Volgens Boersma is een belangrijk uitgangspunt voor circulair bouwen om überhaupt minder te bouwen: “Geen nieuwe gebouwen betekent ook geen impact. We zijn in de afgelopen 70 jaar van 5 naar 50 vierkante meter per persoon gegaan, en dat heeft bijgedragen aan de huidige woningproblematiek. Anders omgaan met de bestaande ruimte is cruciaal. Er zijn bijvoorbeeld nog ontzettend veel leegstaande kantoorpanden die hergebruikt kunnen worden, maar die door bestemmingsplannen niet omgebouwd kunnen worden naar appartementen.” Ook biobased bouwen wordt volgens Boersma de norm. “Het heeft een heleboel voordelen. Het werkt mee in de CO2-opslag en een gezondere leefomgeving, maar het biedt bijvoorbeeld boeren ook nieuwe mogelijkheden om mee te werken aan de ontwikkelingen in deze sector.” Daarnaast benadrukt Boersma dat water en slopen belangrijke thema’s zullen worden. “Alle sloopprojecten moeten gezien worden als een kans om materialen te oogsten in plaats van als verspilling.”
Hoe kijk je aan tegen initiatieven zoals Noordwijzer?
“Het is essentieel dat we partijen hebben zoals Noordwijzer die zich specialiseren in circulair bouwen,” zegt Boersma. Ook zijn directeur, Evert Jan van Nijen, sluit zich hierbij aan. “Uiteindelijk hebben we iedereen in de bouwketen nodig om deze transitie te omarmen,” bevestigt hij. “Van opdrachtgevers tot architecten en leveranciers. Terwijl we die verandering maken zijn er veel vragen. Daar heb je adviesbureaus voor nodig die kunnen helpen. Vooral in een regio als Friesland, die voorop wil lopen, is het belangrijk om het op een bijzondere manier aan te pakken. Noordwijzer past daar goed bij.” Bij het afronden van het gesprek beaamt Boersma het ook nog een keer. “Het is mooi dat ze deel uitmaken van een netwerk. Dit geeft hen niet alleen een platform, maar helpt ook andere partijen snel verder. Dat is van grote waarde.”